Waarde taalgenoten,
Ik ben geen taalkundige, wel zoals ieder van u gebruiker en zoals wellicht velen onder u liefhebber van de Nederlandse taal.
Ik schrijf u omdat ik de indruk heb dat daarmee rare dingen aan het gebeuren zijn, en omdat weinig anderen die schijnen op te merken.
Enerzijds stel ik vast dat het bij onze kinderen niet zou durven opkomen om op school woorden als "goesting" of "frak" te bezigen.
Zij weten dat zij met zeer boze blikken en aftrek van punten gestraft zouden worden.
Verder stel ik vast dat als ik "kultuur" of "diktee" met een "k" schrijf, dat ik dan bijna letterlijk op mijn vingers getikt word, zoals men dat tegenwoordig in de Verenigde Staten doet als men een sigaret waagt op te steken in een openbaar gebouw.
Die reaktie krijgt men niet alleen in een schools milieu; iedereen die mee is met zijn tijd slaakt dezelfde kreten.
Anderzijds is er iets kompleet kontradiktorisch' aan de gang.
Om dit snel in te zien, vraag ik u even deel te nemen aan een klein gedachtenexperiment: stel u voor dat u in Antwerpen of Amsterdam plots een nieuw gebouw zou
ontwaren waarop in grote letters gebeiteld staat: "Centre commercial". U zou met ongeloof aan de grond genageld staan, en terecht, nietwaar?
Nu vraag ik u: hebt u al eens geteld hoeveel "Shopping centers" er her en der in ons taalgebied uit de grond gerezen zijn?
Waarschijnlijk is dit fenomeen u zelfs volledig ontgaan omdat het zodanig vanzelfsprekend lijkt tegenwoordig.
Het Vlaams wordt de grond ingeboord, men is paranoia als het over de spelling gaat, en van de andere kant stoort blijkbaar niemand zich eraan dat het Engels met rasse schreden zijn opmars aan 't doen is.
Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat de keldering van het Vlaams zeer bewust gebeurt door groepen die machtsposities bekleden op taalgebied, zoals uitgevers van woordenboeken, hoewel zij de omgekeerde indruk willen wekken.
Men kijke bijvoorbeeld op de achterflap van de laatste editie van het "Prisma Woordenboek"; wat staat daar? Dat er "extra aandacht is besteed aan Zuid-Nederlandse termen". Welke dat dan zijn, dat vraag ik mij wel af. Men zal bv. tevergeefs naar woorden als "goesting", "valling" of "plezant" zoeken. Dit zijn nochtans dagdagelijks door 6 miljoen Vlamingen gebruikte woorden, géén lokale dialektwoorden!
Als bij wonder wordt vermeld dat een "tas" in Vlaanderen een kopje is, maar tot de ontdekking van het woord "teljoor" (bord) is men dan weer niet gekomen.
Evenzo voor "smos" (mengeling, zootje), "gazet" (krant), "klappen" (praten, babbelen), "pompbak" (wastafel), "frak" (jas), "kieken" (kip), "zwanzen" (schertsen), alle zeer koerante woorden over gans Vlaanderen, weliswaar alleen in de spreektaal, maar dat is gewoon omdat men bang is om ze geschreven te gebruiken (NB: in Van Dale staan ze wel, maar het is vooral Prisma die op scholen wordt gebruikt).
Verder staat er niets vermeld over de Vlaamse betekenis van bv. "hof" (tuin), "verschieten" (verbaasd zijn), "precies" (net alsof; bv. "hij is precies zat."), "trekken
op" (lijken op; bv. "Dat trekt op niks" (Dat lijkt nergens op)), "zetel" (wat Nederlanders een bank noemen, maar bij ons is een zetel zonder uitzondering zacht en een bank hard). Ook staat bij "gij" verkeerdelijk aangegeven dat dat "plechtig" zou zijn! 6 miljoen Vlamingen zullen nochtans bijna altijd zeggen "gij zijt..." en nooit "jij bent" tegen hun vrienden. De beleefdheidsvorm is ook in het Vlaams "U bent". "Gijlie" vond ik helemaal niet.
Wij Vlamingen moeten het echter wel slikken dat uitdrukkingen als "Hartstikke gaaf, joh!" of "Sodemieter op!", die bij ons volslagen belachelijk klinken, wel als AN worden beschouwd, terwijl zij zelfs in Nederland slechts in een beperkte regio levend zijn.
Op vele scholen mogen de leerlingen zelfs op de speelkoer geen dialekt meer spreken. Anderzijds spenderen universiteiten manjaren aan het in allerijl ondervragen van ouderlingen om te voorkomen dat teveel woorden en uitdrukkingen verloren zouden gaan. Vreemd toch, nietwaar?
Het waarom van de invoering van het Algemeen Nederlands destijds, is men blijkbaar vergeten: het ging erom dat men een standaardtaal zou hebben die men zou kunnen gebruiken om zich verder dan twintig kilometer van huis verstaanbaar te kunnen maken, wat ontegensprekelijk zijn voordelen heeft. Men heeft echter geen standaardtaal gedestilleerd uit het geheel van alle varianten, men heeft besloten dat het dialekt van het toen meest intellektuele stukje van Nederland de standaard werd. Goed, we verstaan dat in zijn historische kontekst en we kunnen dat de Hollanders zelfs vergeven.
Er is echter geen enkele reden waarom we onze dialekten niet zouden mogen kultiveren. Er zijn er minstens drie goede waarom we dat wel dienen te doen: (1) het behoud van ons kultureel erfgoed (is het niet erg als de jeugd van vandaag nog amper verstaat wat een schrijver honderd jaar geleden bedoelde?), (2) het behoud van een identiteitsgevoel (ik denk dat vele mensen er toch wel iets aan hebben als ze zich ergens "thuis" kunnen voelen en anderen ook herkennen dat ze daar "thuishoren"), en een derde is zeker: de esthetiek. Elke taal en streektaal heeft haar eigen finesses om schoonheid tot uitdrukking te brengen, zijn eigen ritmen en klanken. Dàt willen verbieden, is even erg en absurd als zeggen dat men alleen wit brood uit de staatswinkel zou mogen eten, of alleen Mozart zou mogen spelen omdat hij een door veel mensen verstaanbare muziektaal spreekt. Dat wij mensen hebben als Felix Timmermans, Ernest Claes, Willem Vermandere, Wannes Vandevelde, Chris Van den Durpel, enz. is mijns inziens een rijkdom, geen ongemak dat dient uitgeroeid te worden. Tussen haakjes, geloof het of niet, uit verschillende Hollandse (Noord-Nederlandse) monden heb ik horen zeggen dat zij het Vlaams schoner en gezelliger vonden dan hun eigen taal! Daar wil ik dan aan toevoegen dat Drs.P. of André Van Duin ook niet half zo leuk zouden klinken als ze hun ding niet in "echt Hollands" zouden doen.
Hoe is trouwens elke taal ontstaan? Voor de tijd van de massamedia (het overgrote deel van onze kultuurgeschiedenis dus), sproten nieuwe woorden voort uit de kreativiteit van lokale gemeenschappen, en als een woord "goed in de mond lag" of nuttig bleek, dan had het kans op overleven en verspreiding.
We kregen een waaier aan woorden, uitdrukkingen en spreekwoorden, op een ietwat vergelijkbare manier als er in de natuur soorten ontstonden.
Soms sijpelde er een woordje van de buren tot bij ons, maar dat werd dan meestal wel netjes "geplaatst", bv. "plaisant" werd "plezant", "tasse" werd "tas", "chagrin" werd "sjagrijn", enz.
Wat zien we in onze tijd? Deze natuurlijke evolutie wordt uit alle macht de nek gesnoerd, en we krijgen een massale en agressieve injektie van bijna uitsluitend Engelse woorden, ons vooral opgedrongen door de industrie en kommercie, en met het gemak van een virus verspreid via de media.
Weet u wat een mogelijke definitie is van een dode taal? Dat is een taal waarin geen nieuwe woorden meer bijkomen. Beste mensen, open uw ogen en kijk toe: het Nederlands is een dode taal!
Voor elk, maar dan ook praktisch elk, nieuw ding of koncept laten wij ons de Engelse term aanpraten: "software", "upgrade", "videorecorder", "home-jacking", "carpoolen", "deadline", "spin-off", "outsourcing",... en ik kan zo nog bladzijden doorgaan. In andere streken heeft men nog iet of wat respekt voor zijn taal: een computer werd in het Duits "Rechner" en het Frans "ordinateur", een printer resp. "Drucker" en "imprimante". Wij zijn gewoonweg te lui om ook maar even hierover te denken.
Erger nog, het is eigenlijk vooral een kwestie van puur snobisme aan het worden.
We zijn in Vlaanderen nog maar amper van het franskiljonisme af (hoewel... zelfs op school leert men ons om "trottoir" te gebruiken in plaats van "voetpad", "paraplu" i.p.v. "regenscherm" enz.), en we zitten al met een onmiskenbaar "engelskiljonisme".
Wie durft nog zijn nieuwe zaak een Nederlandse naam geven? Kijk om u heen: de "coiffeur" is "hair-stylist" geworden en de frituur "frietshop"!
Daar waar het franskiljonisme een zaak was van een zekere elite, is het nu allemaal veel dramatischer: de Nederlandse taal wordt van binnenuit ondergraven, in alle lagen van de bevolking. Dag na dag worden alle bestaande woorden systematisch vervangen door Engelse: ontwerp wordt "design", een transparant een "slide", een boekhouder een "accountant", een beheerder een "manager", personeel "human resources", vaardigheden "skills", een zaak een "business", terugkoppeling "feedback", afhalen "downloaden", een stift een "marker", een bemanning een "crew", een achtergrond een "background", post wordt "mail", kennis "knowhow", een verhaal een "story",... moet ik doorgaan?
"Omdat ik een half-time job heb, hoef ik niet tot het weekend te wachten om naar de car-wash te gaan en met de kids voor de fun te gaan shoppen in die showroom waar ze net een hold-up gedaan hebben." Even eerlijk, welk taaltje is dit? En allemaal okee volgens Van Dale en konsoorten!
De taalkommissies en woordenboek-industrie slikken lustig alles! Waarom? Omdat (sic) "er nu eenmaal veel mensen zijn die die woorden gebruiken". Hebben wij ooit niet (terecht) gezien op school dat je niet mag zeggen "Mijn vriend noemt Peter." ondanks het feit dat dit toch massaal gebeurt? Bij elk Vlaams woord in gelijk welk woordenboek zal je duidelijk en eigenlijk denigrerend vermeld zien staan "Zuid-Nederlands". Doe me een lol en zoek eens een van de hoger genoemde woorden op: er zal niet bij staan dat het Engels is. Vreemd toch, nietwaar?
Om "in" te zijn moet het Engels zijn vandaag. Onlangs zat ik met een groep mensen naar een video te kijken waarin iemand het woord "item" korrekt uitsprak zoals het al 2000 jaar uitgesproken wordt. De helft van de aanwezigen schoot in een lach, "ha, die weet niet dat je dat "aajtem" uitspreekt!" Echt gebeurd. Een site (denk aan archeologische site) wordt ineens "saajt" uitgesproken, een recital "riecaajtel", ICT "Aaj Cee Tee" enz. Woorden van Latijnse oorsprong krijgen nu ineens een Engelse "oorsprong". Zelfs het o zo Italiaanse "graffiti" moet eraan geloven! De industrie en de reklamejongens hebben het zo beslist.
Bovendien, beste mensen, kreëren we er - o ironie - een dialekt bij: het Neder-engels. "Roller skates" zijn voor ons zogezegd een speciaal model van rolschaatsen, maar in het echte Engels blijven "roller-skates" wél nog het algemeen woord voor alle soorten rolschaatsen! Een "sweater" is in het Engels synoniem van trui (=pullover volgens Oxford Dictionary) terwijl de Neder-engelse "sweater" slechts een bepaald soort trui is. Probeer eens een "ijstee" te vragen op een terrasje. Ik durf wedden dat men u aangaapt van "meneer bedoelt zeker een ice-tea?". Welnu, als u in de Verenigde Staten een "ice-tea" vraagt, zal men u eveneens aangapen; het is namelijk "iced tea"! In Engeland weet men zelfs niet wat u bedoelt; "Zullen we ijsblokjes in uw thee doen, meneer?". "Babbelen" heet in het Engels zonder meer "chatten"; in het Neder-engels is dit gelimiteerd tot zeveren op het internet. Het woord "tram" wordt écht niet uitgesproken zoals de Hollanders dat zo verschrikkelijk doen als "trém", maar wel met de Antwerpse "a" en rollende "r". Woorden als "showmaster" en "oldtimer" bestaan gewoon niet in het echte Engels. Enzovoort.
Zelfs de grammatikale struktuur van onze taal wordt aangetast. U weet, als u een krantekop ziet als "Auto dief gevonden", dat daarmee bedoeld wordt dat de auto van de dief gevonden is. Dat is de algemeen aanvaarde telegramstijl. In het Engels is het anders: "Car thief found" betekent daar "Autodief gevonden". Men kan niet beide strukturen mengen in eenzelfde taal, bv. "De auto dief is gevangen genomen.". Je smakt tegen de grond als je zulk een zin onvoorbereid moet lezen. Toch kom je meer en meer zulke gedrochten tegen. Waarom? Omdat de "spelling(s?)checker" geen samengestelde woorden kent. De checker zegt dat het woord niet bestaat en stelt voor om het te splitsen in de twee stukken die hij wel kent. En de mensen trappen daarin, want wie weet er nog hoe hij juist moet schrijven?
Daarmee zijn we dus bij het derde luik aanbeland, de spelling. Ook zonder het Engelse peper en zout zitten we sinds de laatste hervorming met een stevige hutsepot opgescheept.
Er wordt nogal eens gezegd dat de spelling zodanig "ontworpen" is dat de oorsprong van elk woord zichtbaar moet zijn. Dat is echter een misplaatste grap. "Horoscoop" zou dus bv. moeten zijn "horoskoop", want het Grieks heeft geen c, wel een kappa. En hoe gaan we Jantje op school uitleggen dat hij "klas" moet schrijven, maar ook "classificeren", "muzikant", maar ook "musicoloog", "lokaal", maar wel "locatie", "vacant", maar ook "vakantie", "tekst", maar "context", "mirakel", maar "miraculeus", "Nederlands", maar "Belgisch", "kwaliteit", maar "quotering", enzovoort? Het Nederlands is de enige taal ter wereld waar "convergent" en "katholiek" met een verschillende letter beginnen, en daarbij citeer ik dan taalkundige dr. Koenraad Elst. De spellingskommissie heeft er hier gewoon "met haar klak naar gesmeten", zoals wij dat in Vlaanderen plegen te zeggen. Geen enkel ekskuus is mogelijk.
De spelling van voor WO II was dan eigenlijk nog een stuk beter, want daar had je bv. wel konsekwent "Belgisch" en "Nederlandsch", en zag je bv. nog de verschillende oorsprong van "koolen" (bloemkoolen) en "kolen" (steenkolen), die in het gesproken Vlaams trouwens nog duidelijk hoorbaar is.
Met het Engels erbij komt pas de echte fonetische verwarring, als een komedie een "comedy" wordt, efficiëntie "efficiency", enzovoort. Een vergadering is nu een "meeting", en daarbij moet Jantje niet alleen onthouden dat hij dat woord verkeerd moet spellen en niet "mieting" schrijven, daar waar hij eerder moest leren dat een dubbele e in een open lettergreep niet kon; hij moet het ook verkeerd uitspreken en niet "meting" zeggen. En hoe zit het met splitsen? Op zijn Nederlands (mee-ting) of op zijn Engels (meet-ing)? De Engelse spelling is daarenboven zelf al een zootje, vooral wat betreft de klinkers, denk maar aan "hard/heart, heared/hurt, hear/here, their/there, wear/where",...
Dat wil dan ook zeggen dat bij elk woord dat onze kinderen aanleren, ook nog eens de ballast komt dat zij moeten onthouden vanuit welke taal we dat woord (of zelfs elk stuk van het woord) gepikt hebben, én of het dan nog al dan niet volgens de logika van die taal geschreven wordt! Neem bv. "onderwijspool", een woord dat dan nog wel zo gelanceerd werd door de onderwijs-overheid, half Nederlands met Nederlandse fonetiek, half Engels met Engelse fonetiek, terwijl het woord "kikkerpoel" wél op zijn Nederlands geschreven wordt en beide poelen exakt hetzelfde betekenen, al zij het in het eerste geval metaforisch, het andere letterlijk. Bovendien bestaat er al een ander woord "pool" (als in "noordpool") dat dan wél normaal wordt uitgesproken. Dit is waanzin op zijn Kafka's!
Trouwens, wat valt te doen bij woorden van niet-Europese oorsprong, die met een ander alfabet geschreven worden? Dienen wij op elk moment eraan herinnerd te worden dat bv. het woord "cheque", dat wij nu op zijn Frans schrijven, eigenlijk een Arabisch woord is dat "sakk" geschreven wordt in ons alfabet?
Mijns inziens is het beter, als men bij voorbaat weet dat een regel in veel gevallen niet bruikbaar zal zijn, dat men hem niet invoert. Als regel alles fonetisch schrijven, is wél perfekt mogelijk, ook al moet men hier en daar rekening houden met grammatikale regels (we moeten bv. schrijven "hij vindt", want het is ook "hij komt", "hoofd", want het meervoud is "hoofden", enz.) en met beperkingen aan het klankenskala van de taal. In het Turks en het Servisch slagen ze er bv. zeer goed in om alles fonetisch te schrijven. Dat houdt wel in dat men geïmporteerde woorden een beetje moet bijschaven. Zo wordt een computer in het Servisch "kompjuter" en een chauffeur "šofer" (ze hebben geen eu-klank), in het Turks wordt een "eu" konsekwent een "ö". Zulke regels maken alleen maar alles gemakkelijker voor iedereen.
Hebt u er nog nooit bij stilgestaan dat het Nederlands wellicht de enige taal ter wereld is waarin men op internationaal kompetitienivo diktee's kan organizeren, en waarbij dan nog de allerbeste journalisten, letterkundigen en leraars nog handenvol fouten maken? Misschien goed voor het Guiness Book of Records, ja? Waarom zien de taalkomissie en de verantwoordelijke beleidsmensen blijkbaar niet in dat miljoenen scholieren en buitenlanders die Nederlands willen leren, uren en uren tegen wil en dank getreiterd worden met deze spellingsonzin, uren en uren die op een nuttige manier gespendeerd zouden kunnen worden? Ik kan geen zinnige uitleg bedenken. Ik blijf dan ook, uit protest daartegen, een spelling gebruiken die mij een beetje logischer lijkt.
Wat staat ons te doen?
Bij alle sociale hogere diersoorten schijnen er twee tegengestelde krachten te werken: enerzijds bij de groep willen horen en anderzijds een eigen specificiteit willen hebben. Zo kunnen we misschien gemakkelijker wereldburger worden als we met zijn allen Engels gaan spreken, maar als we nog enigszins waarde hechten aan onze eigen geschiedenis, onze specifieke manier van uitdrukken, onze esthetiek, dan moeten we er dringend op toezien dat het Nederlands in al zijn varianten blijft bestaan.
Dat is eigenlijk zeer simpel: leer Engels voor op reis, maar vermijd het zoveel mogelijk alhier; protesteer mee en schrijf logisch; en... geniet ten volle van de sappigheid, de muzikaliteit en de humor van uw eigenste streektaal.
Het is vijf voor twaalf. Om twaalf uur vraagt uw kleindochter: "Opa, waarom speaken wij zo funny english?"
Addendum 2013 11 11:
Het betert er echt niet op: zopas naar de boekenbeurs geweest en tot mijn ontsteltenis gemerkt dat de meeste "Vlaamse" uitgeverijen boven hun jeugdafdelingen een bord "Young Adults" opgehangen hebben! Toen ik een van de verantwoordelijken daarop aansprak, zei die vlakaf "dat ze anders aan die leeftijdsgroep niets meer zouden verkopen". Wat een onzin!
PS: Deze brief mag naar believen verspreid worden mits bronvermelding.
Zie ook: